Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En hij zeide: Geloofd zij de HEERE, de God Israels, Die [34]met Zijn mond tot mijn vader David gesproken heeft, en heeft het met Zijn hand vervuld, zeggende: 34. Dat is, door den profeet Nathan, 2 Sam.7:6; 1 Kron.17:4. De profeten zijn als de mond Gods, omdat zijn woord in hun mond is; Ex.4:12; hfdst.17 vs.24; Jes.51:16; Jer.5:14.